Aardappelbult 2006

Geplaatst op 04-05-2006  -  Categorie: Verhalen Kano  -  Auteur: Toon Hoefsloot

Dat dit woord regelmatig opduikt in kayak gesprekken is een fenomeen, dat ik graag nog eens uit de doeken wil doen. Het wordt met enige regelmaat gebezigd in verband met het brandingvaren op onze geliefde stek vóór de kust van Goeree.

Kano 21Wat is daar aan de hand? Allereerst dat gemeentelijke onverlaten de toegangsweg naar het openbare strand zodanig geblokkeerd hebben dat zelfs goedwillende kayakkers in clubverband nauwelijks nog toegang hebben tot het openbare strand bij de vuurtoren van Ouddorp.

Op bijgaande foto wordt zichtbaar, hoe wij alles in het werk stellen om onze geliefde hobby tóch te kunnen uitoefenen. Kwamen we over de eerste bult heen, na een kwartiertje lopen kwam ook de zee, de branding en de aardappelbult in zicht.

Welnu de aardappelbult: een beruchte ondiepte in de zee, de zee, de Noordzee waar onder invloed van getij en wind zich de meest krankzinnige golven aan ons kunnen voordoen.

Kortom een gekkenhuis voor licht- en prettig gestoorde kayakduivels. Is deze plek voor zwemmers, surfers, kitesurfers, motorbootvaarders en zeilers een permanent taboe, voor kayakkers betekent de bult het absolute pretpark en de ultieme kermisattractie.

De voorwaarden: een technisch en fysiek goed geoefende ploeg, zeewaardig materiaal (dus geen geavanceerde dunne carbonfiber peddels die door goedwillende, nietsvermoedende starters als Haiko nog wel eens willen worden gebruikt en gebroken!), voldoende provianddij, warme zuiperij, een waakhond en wat beschutting biedende luxe strandtentjes voor de pauzes. Ook enthousiasme moet de deelnemers natuurlijk niet vreemd zijn.

De kunst is om zo snel mogelijk ‘fullequipt’ in je boot te zitten en je niet meteen door de soms licht overmoedige, opjuttende taal van Edwin te laten opzwepen. In de groep blijven en tóch bij jezelf is een voorwaarde om te overleven in het macabere geweld van water, wind, golven en geluid.

Deze maal, begin oktober, troffen wij een aangename lucht- en watertemperatuur, een vrolijk gezelschap en voor eenieder passende omstandigheden. Konden Alex en Haiko na de introtocht over een kalme zee uitputtend oefenen in omslaan, re-entry’s, X-reddingen en afsurfen van weliswaar pittige maar strikt genomen ongevaarlijke golven, de meer geoefenden onder ons konden zich verlustigen aan en meten met heuse golfgebergten die met het ritme van de zee over de ondiepte werden gedreven. Eskimoteren in brandingkrullen en dwars uitgebroken hangend in de hoge steun, in bongoslide mee laten boesteren door de witte soep. Aan de sterkte van de ‘kick-kretologie’ van de kayaksurfer kun je zijn snelheid relateren en je eigen motivatie om de volgende golf te pakken opwaarderen.

Zo speelden wij enkele uren in de zilte soep tot het zout ons in de oren uitkristalliseerde, onze spieren signalen van vermoeidheid afgaven en onze magen toe waren aan cholesterol aanvullend, kalorie- en energierijk voedsel, dat bovendien nog uitnemend smaakt. Toen dit in voldoende mate genuttigd was volgden aanvullingen als snickers, marsen, bierbommetjes, plakken kaas en worst overgoten met hete thee of koffie. Hier en daar werd rijk halzend gekeken naar een circulerende fles Ierse malt. (Misschien moesten we Nico maar weer eens vragen hoe het nou toch zit met verantwoord eten en drinken bij kanosport). Strandwandelaars keken hun ogen uit naar dit zonderlinge tafereel dat al spoedig werd opgebroken voor de volgende vaarsessie.

Ans begeleidde ik in haar eerste zee(ge)tocht langs het strand. Opwinding en lichte aanvangsangst verbloemde zij met regelmatig kirrend lachen. Maar ook zij verlegde haar grenzen, trotseerde de langzaam toenemende golfslag en landde uiteindelijk weer probleemloos aan bij ons basiskamp.

Een aangename dag, vermoeiend maar verbroederend de geest verzettend. Aardappelen, fantastisch!

 

Toon Hoefsloot.