Anglesey 2008

Geplaatst op 08-06-2008  -  Categorie: Verhalen Kano  -  Auteur: Toon Hoefsloot

Kayakken rond het mekka van de zeekayaksport, het eiland Anglesey voor de kust van west Wales in de Ierse zee. Het gebied staat bekend om zijn grillig klimaat en zijn uitdagende zee.

Kano 18Een flinke groep VadaKayakkers schreef in: Ed&Ad, Daan&Antoinette, Rob&Hanneke, Toon&Casper, Tom&Haiko.

Onze begeleider was Nico. Hij is in dit gebied bekend en heeft er meermalen groepen begeleid.

Op vrijdag 20.06.08 vertrokken wij met een trailer vol boten uit Rotterdam met de “Pride of Rotterdam” van P&O naar Hull.

De nachtboot, een belevenis op zich om op een dergelijk gigantisch schip te toeven, eten, drinken en slapen. We hadden ook nog een casino beentje kunnen lichten, er in de speelhal een zooitje Engelse ponden door kunnen jagen, of in de talloze winkeltjes alles kunnen kopen wat strikt genomen niemand nodig heeft. 85 M/V personeel van Fillippijnse afkomst verzorgde de opvarenden van afvaart tot aankomst.

Onder bedekte hemel reden we dwars door het U.K. naar Holeyhead op Anglesey waar onze begeleider een camping had gereserveerd. Flappen tappen in de inmiddels stromende regen en boodschappen doen bij de Tesco. Sommigen kochten wijselijk laarzen. Met -bij mij- het water reeds overvloedig soppend in de schoenen stonden we wat later onze tenten op te prikken, terwijl de wind stevig aantrok.

Die avond was het erop of eronder. Voor het Nederlands elftal wel te verstaan. Onder het genot van pints 4xxxx en een goede maaltijd zagen wij ons clupje met 3-1 de teil ingaan tegen Rusland. Verrekte Hidding! Het mocht onze pret niet drukken en onder de aanwezige Engelsen toonden we ons sportieve ‘H.H.H.’ verliezers.

Stormachtige nacht met veel regen. Zondag: ZW8Bft met harde windstoten. Varen uitgesloten of je moest van plan zijn suïcide te plegen. Te voet het gebied verkennen. 45 graden schuin tegen de storm in hangen om niet te worden omvergeblazen. Vanaf de kliffen uitzicht op een kolkende, met schuimmassa’s overdekte zee. Gehoorbeschermers zouden geen luxe zijn geweest. Zou ik mijn schoenen nog droog krijgen deze week? De intense stuifregen leek dwars door mijn regenkleding heen te dringen. Landschap vreemd kaal, rots- en heuvelachtig. Begroeiing groen, laag, stug en met verrassend mooie kleine bloempjes. Nauwelijks bomen.

Die nacht nam de wind af tot hanteerbare proporties. Om 6 uur uit de zak en opbreken. Met de trailer naar het strand. Boten op wielen naar de lage zee, instappen en wegwezen. Bescheiden branding. Verzamelen op zee. ‘Briefing’. Op naar de eerste ‘tidlerace’ op de hoek van het eiland. Stroom tegen wind betekent golven op deze relatieve ondieptes. In dit geval werden onze boten in etappes naar boven gedragen tot de golftop om vervolgens met een daverende klap in een kuil van ca 3 mtr. te donderen. Alert varen dus. Niet iedereen was er gerust op maar niemand kwam in de problemen al bleken de Nordkapps niet de stabielste boten in deze hoge, deels door elkaar lopende, golfpatronen. Enkele Valleyvaarders hadden een beetje schrik te pakken vanwege de heftige omstandigheden.

Een flinke tocht. Verder naar de noordkant van het eiland op een hanteerbaar zeetje. In een mooie baai bij de ruïne van een steenfabriek met ronde oventjes haalden we de boten naar boven over grote rotsblokken en stenen om op deze ludieke plek te kamperen. Tom ving er een kleine makreel met het vistuig van Casper. Het vissen bleek tussen de bedrijven door een hilarische bezigheid. Bron van vermaak en onderling plezier. Wel veel tuigjes verspeeld. ‘Who cares?’ De zon kwam ons zowaar gezelschap houden. Aangenaam. Leve mijn zompige schoenen! Natte zut drogen. Samen koken, samen eten. Vrolijke sfeer als altijd met de diverse pluimage van VadaKanoVogels.

De prioriteit maar eens aangesproken. Rustige nacht. Vanaf nu elke dag 3 kwartier later op. Gunstig voor de nachtrust. Wel even flink samenwerken om de boten weer bij het lage water te krijgen via de ruïne. Vele saamhorige handen; licht werk. De zee was kalm naar de NO-punt. De voortgang prima. Een lichte tidlerace bij een hoge rotspunt waar de jonge honden lekker doorheen konden surfen. Vreugdekreten schalden door de ether. Anderen voeren er onder door langs de kust. Forse getijdestroom. Prachtige rotsachtige kusten. Een grot hier en daar. Diverse baaitjes overgestoken. Genoten! Pauze op een zeehondeneilandje. Dan een forse ruk naar de punt. We landden aan op een reusachtig rolkeienstrand. Er stond een torenachtig belbaken dat de passage aangaf. De bel ging om de 30 seconden. Over een smal stijl paadje rosten de sterkste kerels onder ons de boten naar een vlak weitje bovenop de hoge kust. Nog net droog choc/taart gegeten bij ‘the local cafe’. Bewolking kondigde de volgende depressie aan met opnieuw wind en regen. De ‘coastgard’ waarschuwde voor ZW5-7Bft. Die nacht droomden we constant begeleid door het geluid van de belboei naar de ochtend. Wij maakten ons op voor de ‘seastrait’ tussen eiland en vaste land. Vanwege de forse wind tegen werd uit voorzorg in groepen gesleept om iedereen bij elkaar te houden en daarmee gestage voortgang te bevorderen. Wie vrij kon varen bleef bij zijn sleepgroepje om zonodig te kunnen overnemen of te assisteren. Dat werkte prima. Zo veel mogelijk varen onder de hoge wal. Korte felle golfslag. Maar na twee en een half uur bikkelen recht tegen de wind in hadden de meesten de figuurlijke pijp wel leeg. Bij de pier van BeauMaris gingen we aan land en op verkenning in het merkwaardig Engelse stadje met zijn vele tierlantijnenwinkeltjes. Natuurlijk ook even voldaan aan een ‘must’: ‘Fish and Chips’.

In ‘the castlebackery’ stonden 2 meisjes blozend en onhandig brood te verkopen. Het door ons gekochte brood viel nog voor het snijden in een schaal met taartjes. Algehele vrolijke hilariteit in de winkel en die malle meiden die zich geen houding meer wisten te geven tegen zo’n stelletje uitgewaaide buitenlanders. Het was nog niet eenvoudig om de ‘gecrushte’ taartjes erbij te kopen. Maar wij hielden voet bij stuk. Ze waren geplet trouwens ook erg lekker.

In een pub dronken we ‘English Beer’ en ontmoetten we de ‘Major of town’ die ook de eigenaar van de biergelegenheid bleek te zijn.

Enthousiast informeerde hij naar onze plannen, waarschuwde ons voor de zeer sterke stroom bij de smalle doorgang in de ‘seastrait’ en waar we dan wel sliepen?

Stoutmoedig deelde ik hem in Kaaskoppenengels mee, dat we wild kampeerden. Even betrok zijn bestuurlijk gezicht omdat hij dat vanuit zijn functie natuurlijk niet openlijk kon toestaan. Hij bleek echter sportief tolerant, wees ons op de kaart wat mogelijkheden aan en maakte zich met een armzwaai uit de voeten.

Wij hadden het niet van hem gehoord.

Intussen was de wind weer tot onbevaarbare proporties toegenomen in weerwil van de verwachting, dat die zou afnemen.

In afwachting van een besluit vulden de heren vissers hun verloren gegaan vistuig eens grondig aan tijdens een lange wandeling.

Na boeiende groepsprocessen werd besloten uit te zien naar een kampeermogelijkheid in de buurt. Die werd al gauw door Rob gevonden: Een smalle grasrichel onder de steile kust werd vol geprikt met tentjes. ’s Nachts teisterde harde wind onze onderkomens. Van 2 tentjes knapte een boogstok. Improviseren geblazen met buisjes en duktape.

Die ochtend werd duidelijk, dat verder varen geen optie meer was.

Daan en Edwin liftten en busten terug naar Holeyhead. Ruim 2 uur later stonden we in de stromende regen de trailer te laden met vol bepakte boten. Elf man in doornatte regenkleding vóór en achterin de tractor van Ed en een zwaar overladen trailer erachter. Kalmpjes aan terug naar een mooie camping met erbarmelijk armelijk en slecht sanitair. Daan was ronduit onthutst over de vooroorlogse toestanden in de natte ruimten. Ik had al genoeg gedouched die dag.

Vrijdag was de wind afgenomen tot ZW5Bft. De jonge honden gingen spelen op de 1e ‘tidlerace’ van onze tocht. Met de vrouwen ging ik het spektakel bekijken vanaf de rotsen. Even doorbijten op de wandeling er naar toe. Forse stuifregen andermaal. We wisten waarvoor we in deze contreien waren. Schoenen weer geheel doorweekt. Zelfs de pelpinda’s waren taai geworden. Maar de beloning wachtte: 8 mannen beneden die tussen de rotsen door rosten en de hoge golven trotseerden. Spannend als ik ze achter de rotsen zag verdwijnen in de zee vol schuim. Gerustgesteld als de heren weer tevoorschijn kwamen en terugvoeren via de keerwaters. Af en toe iemand in een bijna ‘popout’. Spectaculair!

Tom ging ‘um’ en eskimoteerde vlot. De tweede keer bleek hij te weinig macht over te hebben. Hij moest gered door Rob. Maar de hoge golven gaven hem geen stabiliteit genoeg om een redding uit te voeren. Hij moest de boot van Tom loslaten. Anderen pikten die op en gezamenlijk zetten ze Tom terug in zijn boot. Vermoeid landden ze uiteindelijk aan in een naburige baai. De grenzen waren weer verkend. De adrenaline had weer volop gestroomd. Prachtig om dit schouwspel van wilde capriolen van bovenaf te zien plaatsgrijpen. Moe van regen en windruis terug naar camping. Tijd voor prioriteit, een vers gestookte maaltijd en de verhalen. Zaterdag. Zingen voor jarige Rob. Met Casper erbij werd ie daar gegarandeerd wakker van. Alweer naar huis. Afscheid van onze begeleider Nico die een flinke klus aan ons had en zijn stille BOPO-vriend Reinout.

Daan en Antonia gingen verder, misschien wel naar Schotland.

Met z’n achten op de terugweg. Vijf van ons (ik ook) nog even een paar uurtjes varen op de ‘seastrait’ bij de bruggen. Prachtig die oevers met de Iris Murdoch huizen en de felgroene bomen. Even pech voor Tom: hij voer zich vast op een scherp rotsje. Bij het losduwen verloor hij zijn evenwicht en… plons. Vanaf de brug gespot door Rob/Hanneke/Addie. Voor de laatste keer uitpellen en omkleden. De terugreis doen. ‘Sideseeïng’ route naar de “Pride of Hull” weer zo’n immens luxe grote ferry met wel 13 dekken! In de avond Rob’s verjaardag vieren met een Indiana Jones film, dansen en bier bij een rockbandje met een hoogblond geblondeerd zangeresje dat nog even als een slangenmens meedanste met die maffe Hollanders.

En dan wakker worden in Rotjeknor. Ontschepen. De stille terugtocht langs de nog steeds lege Betuwelijn. Boten uitpakken. Anoraks en zwemvesten uitspoelen. Een laatste choc/slag of tosti met bier bij Lia. En dan resten weer de herinneringen van een spannende en prachtige tocht vol uitdagingen en natuurgeweld.

Meevaarders: bedankt voor de kameraadschap en de spreekwoordelijke VADAKANO saamhorigheid. Het was prachtig!

 

Toon Hoefsloot