Blubber, poep en ijs

Geplaatst op 11-12-2010  -  Categorie: Verhalen Kano  -  Auteur: Toon Hoefsloot

11 decemberrrr. Een tocht die gekenmerkt werd door een lage, zei het kwalitatief hoge, deelname. 9 Personen, net zoveel kayaks en peddels. Een bijzondere route. Rondje Betuwe. Een paar dagen na de eerste ferme winterse periode van deze maand:

Kano 8De inmiddels legendarische KouweKlauwenTocht VadaKano, aflevering 2010.

Rob-Nordkapp, Casper Point65, Michiel Inuk, Tom Nordkapp, Yolanda Shoreline, AAA: Agnes Anas Acuta, Toon Nordkapp, Gerard Nordkapp, Nico GreenlanderPro. (www.zeekajak.nl)

Op de dijk was het 1 graad. Even voor 9 uur kwam ik aanrijden bij de haven. De eerste deelnemers waren er al. Mét goeie zin. Dat was belangrijk met Rob als organisator. Want dan kwam je altijd onverwachte omstandigheden en uitdagingen tegen. Goed voor het avontuur. Goed voor het improvisatietalent. Goed voor het verhaal thuis. Goed voor in de Vada Varia. Vandaag zouden we een rondje varen. Geen gedoe met auto’s en te heen en te weer geros. Milieu- en Euroneutraal. Simpelweg instappen, afvaren en tegen de avond weer varend terug komen. Mooier kon niet!

Het water stond hoger dan normaal dus was er stroom die ons wegvoerde over het licht golvend water van onze onvolprezen Rijn. ’n Enkel binnenschip bracht wat extra beroering. We hadden een fris windje tegen. Alles ging gesmeerd. Grindgat, pontje, de Greb, de Cuneratoren, Tante Loes, het Kalkoentje. Even later het uitwaterings- gemaaltje op de bakboordoever. We stapten uit, 10 km gevaren, benieuwd naar de vaarmogelijkheden in het zeegje aan de andere kant van de zomerdijk. Het had immers 10 dagen stevig gevroren? Niemand had de geplande route op ‘fluïde’ omstandigheden verkend. We droegen over en… zowaar géén ijs! Dus, varen maar! Het natuurgebied tegenover Remmerden in. Brede grijns op de bekjes. Plons, plons, plons!

De Bonte Morgen heet dat fraaie gebied waar vissers hun domicilie hebben en kayakkers vrij spel. Ook in de winter zijn er de kleuren fascinerend. Diverse tunneltjes bukten we onderdoor. Een eenzame korenmolen, buitenkruier zoals meester Teus ooit leerde, schoof aan ons voorbij. De stemming kon nauwelijks beter toen we vlak voor Lienden onverwacht op een geheel bevroren meertje stuitten. Plots leek het roet in het eten áán te zwarten. Moesten we terug? Twee verkenners stuurden zichzelf over de wal vooruit om de condities verderop te checken, terwijl ijsbrekers verwoede pogingen deden 300 mtr. ijs te breken. Anderen hielden zich licht mopperend gedeisd aan de wallekant waar we even eerder bij een stuwtje hadden overgedragen.

Ik zei het al: met Rob weet je nooit wat je tegen komt! De één kan daar beter tegen dan de ander. Het verlossende woord kwam een half uurtje later, toen de ijsbrekers al zo’n 200 mtr. gevorderd waren tussen honderden inmiddels losse schotsen van zo’n 5 cm dik. We konden dóór! Gewoon even overdragen of over het ijs gesleept worden! Verderop, bij Lede en Oudewaard was het weer raak: een stijf bevroren sloot. Klunen met de boten door een wei vol poep en blubber. Nico sleepte mij aan de lijn over het ijs. Redelijk comfortabel moet ik zeggen. “Expeditie Nova Zembla”. Voortvarend verder.

Bij Aalst plotseling rechtsaf onder de dijk door.  Bij rechtdoor varen liep het bij Kesteren  dood wist ik nog van een zomerse tocht met Daan. Nog een paar stuwen te nemen bij Hoogmeien en we zaten op de Linge iets ten oosten van de Vogelenzangsebrug. (zie Grote Rivieren Oostblad). Pakweg 8 km ploeteren: bukken, uitstappen, poep en blubber klunen, instappen, varen, ijsbreken, etc. Moest kunnen. Er werd geroepen om een pauze. Begrijpelijk, er was hard gewerkt op deze feestelijke vrije dag!. Er moest gegeten en gedronken worden. Achter een dijkje tussen Betuwelijn (zowaar een trein!) en A15 dan maar. Daar kon dat redelijk uit de wind. Ik gaf er de voorkeur aan in de boot te blijven eten en dan kalm verder te varen. Beter voor de doorbloeding in mijn handen.

Een kalm stroompje tegen; fris windje in de rug nu. Uitstekende, ijsvrije condities. Met Yolanda voer ik dit traject van 14 km lekker relaxed af. De groep volgde. Drie stuwtjes en een vuilvangbalk te nemen: bij Ochten, Opheusden en Hemmen. Daar kwam Rob voorbij razen om de laatste óp te varen. Dat lukte. Maar waarom stond ie ineens aan de kant? Een veeg teken. Wát voor teken? Daar kwam ik snel achter toen ik linksaf wilde slaan het Lingekanaal in naar het Mr. Kuijkgemaal…

We hadden beter schaatsen mee kunnen nemen! Of karretjes! Het kanaal was stijf bevroren. In Friesland zouden ze meteen over de “Elf Steden” zijn gaan bazelen.  Wat nu? Wachten op een Godtswonder? Extreme dooi dan? De voorzienigheid? Een boer met tractor en laadwagen ronselen? Gestrand op 4 km voor de meet. Dat was even slikken. Van Hemmen naar de Rijn, 2 km. Klunen met boten geblazen! Terwijl ik met Tom de scheg van zijn boot weer in het gareel fatsoeneerde, verzamelde ik moed voor het onvermijdelijke sleuren en slepen waar niet iedereen onverdeeld enthousiast naar uitzag.

Op het graspad langs het kanaal, een Route Grande Randonnée, was dragen, slepen en mopperen mogelijk, alsmede stampen door de blubber. Hoe verder we vorderden hoe meer blubber en hoe minder gemopper evenwel. Het was immers een courageuze onderneming, Vada Kano waardig? Bij de boerderij aangekomen polste ik de boerin of we overpad mochten nemen. Geen probleem. Nog een aantal boten met Rob samen doorgedragen en heen en weer gelopen. Uitkijken voor snelle, gekoplampte auto’s op de dijk. De boten met de punt naar voren van het talud af laten glijden. We stonden eventjes triomfantelijk aan de dijk uit te kijken over de lokkende rivier die wij zo goed kenden. De vermoeidheid had weliswaar wat toegeslagen maar eveneens de overwinningsroes. Tijd voor (klok-klok-klok) prioriteit!

Dan één voor één weer te water voor de eindspurt naar de haven. De duisternis was al ruimschoots (prima zeilterm trouwens!) ingevallen. Twee uur achter op het schema. Golfjes en wind tegen. De havenlichten. Adem halen en omkleden. Het was volbracht. Blubber- en poepschoenen uit. Boten naar binnen. Op naar de ‘Surinamer’ waar ons een hartversterking en een fantastische maaltijd wachtten, samen met nog toegesnelde kanoleden met aanhang. Wat een feest!

Met wat ‘diehards’ nog even terug naar het clubhuis waar de klanken van 3 bluesbands daverden. Dansen tot in de late uren. Thuis nog even douchen, de poep uit de sokken en van de overbroek spoelen. Voldaan wegzakken in warm dons.

Ga toch kayakken in plaats van pingpongen! Benieuwd wat de vaarkalender van 2011 weer allemaal in de petto heeft!

Toon Hoefsloot.