Uit de hand gelopen dagtocht

Geplaatst op 08-03-2009  -  Categorie: Verhalen Kano  -  Auteur: Toon Hoefsloot

Wordt er met een groep kayakkers gevaren, dan wordt er nog al eens een beroep gedaan op de flexibiliteit van het individu en soms zelfs op die van de gehele groep. Ik zal proberen het uit te leggen aan de hand van een sprekend voorbeeld.

Kano 17Zondag 8 maart 2009. De weersvoorspellingen beloven niet veel goeds, tenminste, als windkracht 7 als ‘niet veel goeds’ wordt beschouwd.  Maartse buien met hagel, natte sneeuw en rukwinden zouden de aanstormende lente wel eens een loer kunnen draaien.

Op onze toerkalender staat: “Varen bij de eilandjes voor de kust van Medenblik”. Dat klinkt lekker onschuldig, zo ongeveer als: we gaan een beetje pielen op wat ruimer water en we houden de kust strak in het oog.

Iedereen die een beetje varen kan mag mee, kortom,we maken er een ontspannen dagje van...

Om 8.30 u. staan we niets vermoedend in de stromende regen 5 boten op te laden, als Rob zegt: “Het gaat lekker waaien vandaag, we kunnen beter een oversteekje maken met de wind in de rug.” Meteen iedereen enthousiast. Ter plekke besluiten we van Volendam (minder ver rijden, een bijkomend voordeel) over te steken naar Lelystad, een simpel tochtje van zo’n 25 km. Niks bikkelen, gewoon lekker mee surfen met de golfjes. Er moet natuurlijk een auto in Lelystad gedropt worden voor de terugreis…

We gaan!” Toon blaast op de hoorn, autoportieren klappen dicht, motoren worden gestart. We zijn op weg. Wat later rijden we Bataviastad binnen en staan we aan de haven even uit te kijken over het lokkende water. Zegt Rob ineens: “Het waait helemaal niet!” En inderdaad, een zwoel voorjaarszuchtje is wat we voelen en een plat meertje is wat we zien.

Het plan wordt snel aangepast aan de omstandigheden: “Zullen we op ons gemakje naar Volendam varen en als de wind daarna wat aanwakkert gewoon weer terug varen met de wind in de rug? Dan hoeven we ook niet heen en weer te rossen met die auto’s!” De voordelen zijn duidelijk. Het pleit is beslecht.

Ons varensbloed stroomt samen met wat adrenaline als water in een snelstromend riviertje. Het wordt een flink tochtje en wij zijn mannen van stavast! Eenmaal op het water is de lach van de bekjes af te lezen, we zijn weer in ons element. Koers 270º, we ruiken de paling en de kibbeling met knoflooksaus -die zo lekker opboert op de terugweg- al! Het gaat fantastisch! Het water, de aalscholvers, de ruimte, het zwerk, lekker zo’n dagje vrij!

Midden op de grote plas zien we –dat wil zeggen: de anderen zien dat- de hoogspanningsmasten op het Y in Amsterdam, de paal bij Muiden, het beton in Almere, het paard van Marken, de dromedaris in Enkhuizen en achter ons de mast van Lelystad. Kortom, een overzichtelijk en zorgeloos schouwspel, zelfs de zon laat zich royaal zien!

Rob wordt alom geprezen voor zijn inzicht en creatieve manier van inschatten van mogelijkheden en weersomstandigheden. De wind wakkert naar verwachting wat aan, alleen maar leuk vanwege opkomende golfjes, ruim water is nu eenmaal ruim water, golven horen erbij!

We zijn zo’n 3 uur vrolijk onderweg als de windkracht serieus begint toe te nemen en de eerste witte koppen zichtbaar worden, De golfhoogte neemt snel toe, evenredig aan de extra te leveren voorwaartse krachtsinspanning. Terwijl we het kerkje van Volendam al tijden in zicht hebben, lijkt dat goddelijk optrekje maar niet dichterbij te willen komen. Gewoon in het NU blijven en doorvaren Jantje! Maar we moeten nu toch serieus ploeteren en dat hadden we niet afgesproken! Een uur verder gaan Daan en Tom vrijwillig aan de lijn om voortgang te houden. Nog een uur verder landen we na 5 uur varen aangeslagen maar niet kapot op het strandje aan de voet van de dijk waarop de pittoreske huisjes staan te prijken.

Toeristen diep in de kraag gedoken kijken ongelovig toe, hoe bij ons de wisky en de waterfles rondgaan. Een enkeling informeert waar we vandaan komen. Als we dat zonder overdrijving vertellen moeten we onmiddellijk ondersteunen om stijl achteroverslaan te voorkomen. Intussen wordt duidelijk dat Daan en Tom dusdanig zijn gesloopt, dat de terugreis er voor hen niet meer inzit. Inmiddels is het kwart voor vier, tijd voor de anderen om eens op te stappen, als ze nog terug willen zijn vóór het donker. De achterblijvers parkeren zichzelf in een plaatselijk restaurant waar een goedlachse vissersdochter met een beetje zo’n palinggezichtje hete soep serveert voor onze aangeslagen maten.

“Ach,” zegt Rob, “dikke wind in de rug, over 2½ uur glijden we al surfend de haven van Lelystad in!” En inderdaad: de wind doet de golven hoog oplaaien. Wat een inzicht! Alleen is die wel in tegenstelling tot de verwachtingen iets gedraaid naar het zuiden, zodat we eerst een kwartiertje dwarswindig richting Almere moeten om de wind echt pal in de rug te hebben voor we de koers kunnen verleggen naar Lelystad! Dat kwartiertje loopt wat uit: het wordt een uurtje, ach, wat maakt het uit? Als we maar lol hebben!

Eenmaal plat voor het laken onderuit gezeten, maken we goede voortgang op maximaal hoge golven die regelmatig van achteraf via onze ruggen over de boten spoelen. Het water klotst met tussenpozen weer onder de oksels. Oplettend varen dus. Halverwege beginnen mijn krachten -hoe is het mogelijk!- wat af te nemen en kan ik niet krachtig meer aanzetten voor de surf. Gewoon rustig doorvaren en de krachten goed verdelen is dan de beste optie: Duurzaam energieverbruik in kayakland! De jonge, dolle honden blijven netjes in mijn buurt of wachten na spectaculaire surfs even tot ik weer bij ben.

De temperatuur zakt inmiddels gestaag, het water siepelt geniepig bij mijn nek naar binnen, spoedig staat het schuim me tussen de billen, klotst er water tegen mijn kuiten en sopt het in mijn surflaarsjes. Wat maakt het uit? Als we maar gezond zijn! Achter ons zakt de zon in een schuimend meer, schaduwen van golven over ons heen gooiend. In de verte zie ik donkere wolken samenpakken, in onze richting voortgestuwd door onbarmhartig snelle luchtverplaatsing. De mast van Lelystad is dan weer goed zichtbaar en vijf minuten later weer geheel niet. In de duisternis glijden we voort als speelballen der golven. Het wordt moeilijker die golven goed in te schatten en de concentratie vast te houden. Ach, we zijn “experienced” seakayakkers! (lees: Anglesey).

Net als op de heenweg bij Volendam, komt nu ook Lelystad maar niet dichterbij lijkt het. “Nog een kwartiertje!” wordt dus ook weer een uurtje.

Dan slaat het noodweer toe: gierende wind en felle regen -gelukkig recht van achter- striemt over ons heen. In die omstandigheden zoeken wij de haveningang meer steunend dan peddelend. We vinden het ponton waar we zijn ingestapt. Rob, voor mij, stapt uit, sjort zijn boot aan peddel en deklijn omhoog en trekt mij daarna in één vloeiende ruk uit mijn boot op het stervens koele natte ijzer. (Met dank voor de hulp). Samen dragen we de boten naar de auto’s. Ed is ergens anders uitgestapt. Roepen heeft geen zin in de fluitende windregen. We zoeken hem op. Hij staat zich doodgemoedereerd om te kleden op de basaltkeien aan de waterkant! Rob en ik geven de voorkeur aan de laadruimte van de tractor. Rillend van de kou verwisselen we van textiel. Mijn energie is ineens op. Raar, hoe kan dat nou? Nog nooit meegemaakt! Buiten laden Rob en Ed de boten op. (Zij wel, zij wel!) Binnen hoor ik niks anders dan het felle kletteren van de regen op het autoblik.

Langzaam kom ik bij mijn positieven en klim ik eruit. De trailer wordt aangekoppeld, de diesel gestart. Via de dijk naar Enkhuizen, de kachel op snijbranden. Een uur heb ik nodig om weer warm te worden. Ach, thuis wacht een heet bad! We zijn er, we bellen. Daan en Tom komen er net aanlopen. Twee nette meneren, van de prins geen kwaad. Hun boten erbij geladen en hup, naar huis.

Bij Driebergen nemen we afscheid van Tom met een korte pauze in een benzineshop. Vette hap, chocomel, heet sausijsje. Om elf uur kunnen we afladen. De ‘hero’s’ mogen naar huis. In mijn nieuwe twoseater brom ik welgemoed naar huis. Als ik maar niet in slaap val in dat loeihete, volle bad! Klokslag 12 uur zak ik nadeinend in het weldadig hete water.

Het zomerseizoen is duidelijk van start mensen!

Alle watjes verzamelen !!!

Daan, Tom, Edwin, Toon en Rob. Bedankt jongens, het was wat veel, maar… geweldig!

 

Toon Hoefsloot.